ZEVENAAR - De rechtbank veroordeelt een 49-jarige man uit Duitsland tot 10 maanden gevangenisstraf voor het plegen van een zware mishandeling tegen een agent en voor het plegen van verzet met geweld waarbij een andere agent letsel heeft opgelopen. De rechtbank spreekt de man vrij van poging tot doodslag.
Op 13 maart 2021 controleerden politieagenten de man op de A12 bij Zevenaar - naar aanleiding van een ANPR-hit - op zijn ID-bewijs. De bestuurder zou zonder rijbewijs rijden, mogelijk onder invloed van middelen zijn en was eerder verbaal gewelddadig geweest. De man tierde en riep dat hij een exorcist was. Toen de agenten zagen dat de man weg wilde rijden, probeerde 1 van de 2 agenten zijn autosleutel af te pakken. De man sloeg de agent vervolgens meerdere keren op zijn hoofd en gezicht. De man had een autosleutel in zijn vuist waarmee hij de agent stak en prikte. De agent hield hier letsel aan over, onder meer een litteken in zijn gezicht, boven zijn lip.
Geen poging doodslag
De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte schuldig is aan een poging tot doodslag. Zij vindt wel bewezen dat de man de agent zwaar heeft mishandeld. Daarbij verzette de man verdachte zich tegen zijn aanhouding. Volgens de rechtbank deed hij dit met geweld en bracht hij een (andere) agent daardoor letsel toe.
Beroep psychische overmacht verworpen
De advocaat van de man deed een beroep op psychische overmacht. De rechtbank verwerpt dit beroep. De rechtbank wil van de verdediging aannemen dat de man onder hoge spanning verkeerde, verward en extreem angstig was en dat hij daarom zo reageerde op het optreden van de politieagent. De agent trad echter rechtmatig op. Hij handelde ter bescherming van de verkeersveiligheid. Daarom wordt het beroep op psychische overmacht verworpen.
Bepalen straf
Bij de strafbepaling neemt de rechtbank onder meer mee dat dit misdrijf zich afspeelde op de vluchtstrook van de A12. Het gedrag van de man was daarmee bijzonder gevaarzettend. Ook houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat het dossier aanleiding biedt om aan te nemen dat verdachte tijdens het delict in een psychose verkeerde. Maar dit kon niet door een psychiater worden vastgesteld, waardoor het misdrijf niet in verminderde mate aan hem kan worden toegerekend.
De officier van justitie eiste een celstraf van 5 jaar gevangenisstraf. De opgelegde straf is lager, omdat de rechtbank de poging doodslag niet bewezen vindt.