In de nacht van 12 maart 2022 ontdekte de 39-jarige man via camerabeelden dat er een inbreker in zijn woning was. Hij was op dat moment niet thuis. Hij belde de 37-jarige man en samen gingen zij de woning in. Daar troffen ze de inbreker aan. De mannen sloegen de inbreker, waarna de 37-jarige hem met een mes in de borststreek stak. Het slachtoffer kon naar buiten vluchten en zakte op een parkeerplaats in elkaar. De andere man deed een anonieme 112-melding, waardoor de hulpdiensten uiteindelijk op tijd waren om het slachtoffer te kunnen helpen. De mannen maakten zich vervolgens uit de voeten.
Poging doodslag
De 37-jarige man heeft bekend dat hij het slachtoffer in de borst heeft gestoken. Het slachtoffer had een steekwond, waarbij het hart ook was geraakt. De rechtbank vindt daarom bewezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag.
Vrijspraak medeplegen poging tot doodslag
Volgens de rechtbank blijkt niet dat 39-jarige man wist dat de ander een mes had meegenomen naar de woning en van plan was daar tijdens het gevecht mee te steken. Hij was volgens een getuige ook in paniek na het incident en belde het alarmnummer. De rechtbank spreekt hem daarom vrij van het medeplegen van een poging tot doodslag.
De rechtbank vindt wel bewezen dat de man het slachtoffer heeft mishandeld in samenwerking met de ander. Hij belde de ander op, zijn vervolgens samen de woning ingegaan en hebben beiden geslagen.
Noodweer
De rechtbank verwerpt het beroep op noodweer. Beide mannen verklaarden dat sprake was van noodweer, omdat het slachtoffer een lang voorwerp of schroevendraaier in zijn hand zou hebben gehad toen zij de woning in kwamen. De rechtbank oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat het slachtoffer een schroevendraaier of iets dergelijks in zijn hand had. Er is nergens een schroevendraaier aangetroffen bij het slachtoffer of in de woning. Ook kwamen de mannen pas vlak voor de terechtzitting met deze verklaring, terwijl dit scenario door niets of niemand in het dossier werd bevestigd. Er was dan ook geen sprake van een aanval waartegen de mannen zich moesten verdedigen.
Niet voor eigen rechter spelen
Bij het bepalen van de straf stelt de rechtbank voorop dat de bewoner van een woning zich mag verdedigen tegen personen die zijn woning binnendringen op het moment dat hij daar zelf aanwezig is. De rechtbank vindt echter dat de verdachten de grens van wat is toegestaan hebben overschreden. Zij besloten immers om niet de politie te bellen en de komst van de politie af te wachten. In plaats daarvan gingen zijn de woning in, zochten de confrontatie en gebruikten (fors) geweld. Het duo speelde daarmee voor eigen rechter. Dit neemt de rechtbank hen zeer kwalijk en daarom acht zij een gevangenisstraf in beide gevallen passend.
De rechtbank legt aan de 37-jarige man een gevangenisstraf van 4 jaar op voor de poging tot doodslag. Aan de 39-jarige legt de rechtbank een gevangenisstraf op van 3 maanden voor mishandeling. Daarbij weegt de rechtbank in het voordeel van de laatstgenoemde mee dat er in zijn woning werd ingebroken door het slachtoffer en dat hij 112 belde nadat het slachtoffer was gestoken.
Smartengeld
De 37-jarige man moet een bedrag van 2.500 euro aan smartengeld betalen aan het slachtoffer vanwege de gevolgen van de steekwond.