De 49-jarige zwijgt over zijn aandeel aan de inbraak in Laren. De 28-jarige verklaart dat hij de tas met onderdelen van de BMW heeft gevonden. Het betrof onder andere een dashboardscherm, een los stuur met BMW-logo, een radio, een bedieningspaneel en een digitale snelheidsmeter. Het Openbaar Ministerie acht de verklaring van de 28-jarige niet aannemelijk gezien de omstandigheden. “Het gaat om dure essentiële onderdelen van een voertuig. Dergelijke onderdelen liggen doorgaans niet op straat. Een eigenaar laat dit niet op straat achter,” aldus de officier van justitie.
Alle auto-inbraken in de omgeving Arnhem en Velp werden onderzocht, waar mogelijk met camerabeelden. Het resultaat van dat onderzoek was dat elke inbraak telkens eenzelfde modus operandi kende, dus op dezelfde manier plaatsvond: er waren twee daders, de ruit aan de bestuurderskant van de auto werd afgeplakt met folie, in de ruit ter hoogte van de buitenspiegel werd een klein gat gemaakt waar de arm door kon om het alarm uit te zetten. Vervolgens kon één van de mannen ongestoord het voertuig in om de onderdelen eruit te halen.
Op basis van camerabeelden, getuigenverklaringen, gevonden auto-onderdelen bij verdachten en het feit dat de reisbewegingen van hun auto – nadat daaronder een baken was geplaatst - overeenkwamen met de plaatsen waar werd ingebroken, acht het Openbaar Ministerie bewezen dat deze verdachten de inbraken hebben gepleegd. In de periode dat verdachten enige tijd niet in Nederland waren, vonden ook geen inbraken plaats.
De officier van justitie: “Deze verdachten hebben in een periode van enkele maanden de meest essentiële onderdelen gestolen uit een groot aantal dure auto’s. Zij gingen professioneel en planmatig te werk. Het gaat hier niet meer om een eenvoudige diefstal. Beide verdachten hebben geen legale bron van inkomsten in Nederland. Zij zijn hier enkel om aan de lopende band in een relatief korte periode vermogensfeiten te plegen.”
Beide verdachten zijn al eerder in het buitenland veroordeeld voor vermogensfeiten. “Het handelen van verdachten veroorzaakt grote economische schade. Ik vind het van groot belang dat door de strafeis een krachtig signaal uitgaat. Deze vorm van criminaliteit wordt verdachten door de Nederlandse samenleving zwaar aangerekend”, aldus de officier van justitie aan het einde van haar requisitoir.