Brand
In de nacht van 31 januari 2023 ontstaat er brand in een bijgebouw van een woning in Arnhem. In dat bijgebouw zijn op dat moment twee personen aanwezig. De brand ontstaat in de gang en slaat snel en heftig uit naar de rest van de woning. De twee vrouwen hebben geen tijd om te ontkomen aan het vuur en overlijden door de ingeademde rook. Uit onderzoek blijkt dat de brand is aangestoken.
Verklaringen
Nadat de vrouw in beeld komt als verdachte, verklaart zij wisselend over de oorzaak van de brand. Vast staat dat zij in de bewuste nacht in het huis was bij de twee andere vrouwen, haar vriendinnen. Op een bepaald moment kregen ze ruzie met elkaar en ontstond er brand. Het door de verdachte geschetste scenario, dat een van de slachtoffers de brand heeft aangestoken, gelooft de rechtbank niet. Onderzoek bracht naar voren dat er in de dagen voor de brand een knuffelbeer in de gang van de woning stond en dat op die plek zeer waarschijnlijk de brand is ontstaan. De zus en moeder van de verdachte gaven in politieverhoren aan dat de verdachte tegenover hen verklaarde dat zij verantwoordelijk is voor de fatale brand door de knuffelbeer in brand te steken en deze in de gang van de woning te gooien. Dit wordt bevestigd door twee opgenomen gesprekken: één gesprek tussen de zussen van de verdachte en één gesprek tussen de zus en de moeder van de verdachte. Uit die gesprekken wordt duidelijk dat de verdachte tegen een zus en haar moeder heeft gezegd dat zij de brand heeft aangestoken.
9 jaar en tbs
De rechtbank oordeelt dat de vrouw schuldig is aan de brandstichting, waardoor twee personen om het leven kwamen. De verdachte wist dat haar vriendinnen in de woning waren op het moment dat ze brand stichtte. Vanwege de snelheid waarmee het vuur zich uitbreidde naar de rest van de woning, konden de slachtoffers geen kant op. Twee weken geleden eiste de officier van justitie 10 jaar cel en tbs met voorwaarden. De rechtbank komt met betrekking tot de duur van de gevangenisstraf tot een ander oordeel. De vrouw wordt veroordeeld tot 9 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging. Uit onderzoek van een psycholoog en psychiater blijkt dat de vrouw een psychische stoornis heeft. In lijn met het advies van de deskundigen oordeelt de rechtbank daarom dat de verdachte tijdens de brandstichting deels verminderd toerekeningsvatbaar was. De rechtbank vindt dat tbs met voorwaarden in dit geval, gelet op de aard en ernst van het feit, de rapportages van de deskundigen en het behandelverleden van de verdachte, geen toereikende maatregel is. Om in de toekomst het risico op nieuwe strafbare feiten met een voldoende mate van zekerheid te kunnen beperken, legt de rechtbank tbs met dwangverpleging op aan de verdachte.