De man reed op 3 februari 2024 op de Johan de Wittlaan in Arnhem en reed tegen een fietser aan die overstak op een oversteekplaats. De fietser liep hierdoor zwaar lichamelijk letsel op, waaronder een hersenschudding en een gebroken onderbeen.
Te hard gereden
De Johan de Wittlaan is een voorrangsweg binnen de bebouwde kom waar een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur geldt. De man verklaarde dat hij de auto bestuurde en dat hij voor zijn gevoel 60 á 65 kilometer per uur reed. De rechtbank vindt bewezen dat de man 110 kilometer per uur heeft gereden en het gaspedaal voor 94 procent ingedrukt is geweest, omdat dit uit uitgelezen data van de auto van de man is gebleken.
Ongeluk aan man te wijten
De man is taxichauffeur van beroep en daarom rust op hem een bijzondere zorgplicht in het verkeer. Er mag aan hem hogere eisen worden gesteld dan aan de gemiddelde weggebruiker. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat de man verklaarde dat hij de fietser het kruispunt zag naderen, maar dat hij zijn snelheid niet verminderde. Sterker nog, de man bleef versnellen op zijn weg richting de oversteekplaats en reed 110 kilometer per uur. De fietser had geen voorrang bij de oversteekplaats, omdat de man met zijn auto op een voorrangsweg reed, maar de fietser stak wel over. Uit het onderzoek van de politie blijkt dat een aanrijding met de fietser was voorkomen als de man met een snelheid van 50 kilometer per uur zou hebben gereden. De rechtbank vindt dat de man zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden en dat het ongeval aan zijn schuld te wijten is.