Volgens de rechtbank zijn de gedragingen van de man kwalijk te noemen, maar uit het dossier blijkt niet dat sprake is geweest van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van zijn voormalige partner. Er is sprake van een relatie die is overgegaan, maar waarbij de exen wel contact met elkaar moeten hebben over hun minderjarige zoon. Dat contact verloopt niet bepaald harmonieus, maar volgens de rechtbank zit in het dossier onvoldoende bewijs voor de stelling dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan het belagen van zijn ex.
Wel veroordeling voor andere feiten
De man gaf op zitting toe dat hij in oktober 2020 een steen door de ruit van de auto van zijn ex-partner had gegooid en dat hij in mei 2021 een ambtenaar beledigde. Daar veroordeelt de rechtbank hem dan ook voor. Hij ontkende dat hij zowel in november 2020 als in mei 2021 de gedragsaanwijzing - waaronder locatieverboden - overtrad. De rechtbank ziet in het dossier voldoende bewijsmiddelen dat hij de locatieverboden wel heeft overtreden. Ook hiervoor veroordeelt ze de man.
Straf
Ondanks dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan uiterst vervelende feiten, legt de rechtbank een lagere straf op dan door de officier van justitie geëist. In de eerste plaats omdat de rechtbank minder feiten bewezen vindt dan de officier van justitie. Daarnaast houdt de rechtbank in meerdere mate rekening met het tijdsverloop en de positieve lijn die de man inmiddels heeft ingezet. De rechtbank vindt dat de man deze lijn moet kunnen voortzetten en legt daarom geen onvoorwaardelijke straf op. De rechtbank legt wel een voorwaardelijke straf op, zodat de man nog een stok achter de deur heeft. Voor het voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van 2 jaar en hieraan zijn bijzondere voorwaarden verbonden, namelijk een meldplicht, ambulante behandeling, een contact- en locatieverbod en meewerken aan schuldhulpverlening.
Schadevergoeding
Omdat de rechtbank de man vrijspreekt van stalking, verklaart ze het deel van de vordering dat ziet op de belaging niet-ontvankelijk. Wel moet de man de schade vergoeden voor de voorruit van de auto, de ruitenwissers en het uitdeuken en spuiten van de motorkap van de auto. Dat bedrag stelt de rechtbank vast op 624,25 euro.