ARNHEM - De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris voor rechtsbescherming op goede gronden het afgeven van een VOG P (Verklaring omtrent gedrag politiegegevens) weigerde bij een man die als ervaringsdeskundige wil werken in een tbs-kliniek. De rechtbank begrijpt dat tbs-klinieken vinden dat het voor hen in feite onmogelijk is om ervaringsdeskundigen in dienst te nemen vanwege het vereiste van een VOG P, maar deze impasse kan de rechtbank niet oplossen. Dit is een politiek-bestuurlijke aangelegenheid.


De man is in 2011 veroordeeld - tot een gevangenisstraf en terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden - voor doodslag. De tbs-maatregel liep in 2014 af. Na de afloop van tbs maakte de man positieve ontwikkelingen door. Hij volgde verschillende opleidingen en haalde diploma’s. Sinds 2021 werkt de man als ervaringsdeskundige bij een tbs-kliniek, dat deel uitmaakt van de DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen). Ook zet hij zich in voor de Wetenschappelijke Advies Raad van CPT Veldzicht. Sinds 1 juli 2022 geldt een VOG P-plicht voor (onder andere) de functie van de man. De man kreeg deze VOG P niet.


In deze zaak beantwoordt de rechtbank de vraag of de staatssecretaris in redelijkheid tot het oordeel kon komen dat de VOG P moest worden geweigerd. De rechtbank beoordeelt of het belang van de man zwaarder weegt dan het belang van de samenleving.

VOG P verplicht voor uitvoeren functie

De man werkt in een omgeving waar kwetsbare mensen verblijven. Deze werkzaamheden worden verricht in het kader van de functie van ‘medewerker inrichting inclusief contact’ bij de DJI. Er gelden hoge integriteitseisen en een VOG P is een vereiste. Voor het beoordelen van het al dan niet afgeven van een VOG P stelde de minister/staatssecretaris en de DJI een screeningsprofiel op. De man voldoet niet aan de screening van dit profiel, omdat de man een strafblad heeft. Volgens de staatssecretaris staat de kans op herhaling (recidiverisico) het doel waarvoor de VOG P wordt afgegeven in de weg.


De man is vanwege een ernstig misdrijf in aanraking gekomen met justitie. Volgens de rechtbank overweegt de staatssecretaris op de juiste gronden dat er sprake is van een risico voor de samenleving als de man deze delicten herhaalt. Verder mocht de staatssecretaris vinden dat het belang van de samenleving zwaarder weegt dan het belang van de man dat hij de VOG P krijgt. Hierbij betrok de staatssecretaris relevante omstandigheden en keek naar de wijze waarop de strafzaak in 2011 is afgedaan, het tijdsverloop en de hoeveelheid antecedenten.

Recidiverisico

Door zijn behandeling en begeleiding in het kader van de tbs zag de man in dat hij zijn leven moest veranderen. De rechtbank ziet dat de man veel stappen heeft gezet om dat voor elkaar te krijgen en dat hij hard werkt om een stabiel kader voor zichzelf te ontwikkelen. Maar net als de staatssecretaris, kan de rechtbank haar ogen niet sluiten voor een (recent) incident van oktober 2022. Uit politiegegevens komt naar voren dat de man naar het ziekenhuis moest, omdat hij diverse drugs- en alcohol door elkaar had gebruikt. De man pleegde zijn delict ook onder invloed van drugs en alcohol. Behandeling voor deze verslaving speelde een rol in de tbs-behandeling die de man onderging.


Gelet op dit incident valt niet uit te sluiten dat er een risico bestaat, dat de man, bij stressvolle situaties opnieuw alcohol en drugs gaat gebruiken. Dit vergroot het risico op herhaling. Een klinisch psycholoog bevestigt dit. Deze psycholoog rapporteerde dat het risico op (verbaal) geweld en antisociaal gedrag (samenhangend met zijn verslaving) mogelijk kan oplopen, mocht hij opnieuw structureel vervallen in drugsgebruik en (ernstig) maatschappelijk verval.

VOG P op goede gronden geweigerd

De rechtbank wil geen tekort doen aan de positieve ontwikkelingen die de man de afgelopen jaren doorgemaakte. Echter, gelet op de bovengenoemde omstandigheden kon de staatssecretaris in redelijkheid concluderen dat het risico voor de samenleving nu nog onvoldoende is afgenomen om afgifte van de VOG P te rechtvaardigen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich op het standpunt kon stellen dat de belangenafweging niet in het voordeel van de man uitvalt, hij ontvangt daarom niet de door hem aangevraagde VOG P.