De aanhouding vond plaats in de nacht van 7 augustus 2019 in Arnhem. Bij de meldkamer van de politie kwam een melding binnen van een bromfietser die te maken had met een agressieve man. Toen de politie met 2 agenten ter plaatse kwam, troffen zij een man aan die aan het signalement voldeed. Deze man wilde niet zijn identiteitskaart laten zien, bedreigde de politieagenten en liep steeds weg. De aanwezige politieagenten vreesden de man niet aan te kunnen vanwege zijn agressiviteit en zijn forse postuur. Zij riepen assistentie in.
Gang van zaken
De verdachte politieagent kwam met een collega ter assistentie ter plaatse. De man werkte nog steeds niet mee en gedroeg zich opgefokt. Omdat de man zich nog steeds niet wilde legitimeren, besloten de agenten om de man aan te houden. Daarbij kwam het tot een worsteling tussen de man en de verdachte politieagent en zijn collega. Zij vielen met zijn drieën van het talud af. Onderaan het talud verzette de man zich nog steeds. Op een gegeven moment zei de man mee te zullen werken. Toen de verdachte politieagent de man daarop los liet, verzette de man zich weer. Een klap met de vlakke hand in zijn gezicht door 1 van de andere agenten hielp niet. De verdachte politieagent wilde voorkomen dat de man alsnog zou ontkomen. Hij zag geen andere mogelijkheid om het verzet van de man te stoppen dan door hem een vuistslag in het gezicht te geven. Omdat dit niet hielp, gaf de verdachte politieagent hem daarom nog 2 vuistslagen in het gezicht. Pas toen ging de man meewerken. Na afloop bleek dat de man een gebroken oogkas had. De man is hieraan geopereerd.
Zware mishandeling bewezen
De gebroken oogkas van de man wordt beschouwd als zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank vindt bewezen dat dit is veroorzaakt door de toegebrachte vuistslagen van de verdachte politieagent. De rechtbank vindt ook bewezen dat de verdachte politieagent met deze vuistslagen de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dit letsel zou ontstaan. Er kan daarom bewezen worden dat de verdachte politieagent de man met opzet zwaar heeft mishandeld.
Niet strafbaar
Maar volgens de rechtbank handelde de verdachte politieagent binnen de grenzen van zijn bevoegdheden. Hij mocht geweld gebruiken. Het is niet aan de rechtbank om achteraf in alle rust te oordelen of de agent in de hitte van de strijd andere keuzes had moeten maken. De rechtbank moest wel beslissen of de verdachte politieagent een redelijke vorm van geweld koos en of hij niet teveel geweld gebruikte. Omdat de man zich bleef verzetten ondanks de pogingen van de agenten om hem onder controle te krijgen, mocht de verdachte politieagent hem slaan. Er waren geen lichtere alternatieven om de man te kunnen aanhouden. Omdat de man niet reageerde na de eerste vuistslag, mocht de verdachte politieagent hem nog een keer slaan. De verdachte politieagent hield op met slaan zodra de man ophield zich te verzetten tegen zijn aanhouding. De rechtbank vindt dan ook dat het door hem toegepaste geweld voldoet aan wat is toegestaan. Daarom is het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel bij de man niet strafbaar en wordt de verdachte politieagent ontslagen van alle rechtsvervolging. Omdat het geweld voldoet aan wat in de wet staat, wordt hij vrijgesproken van eenvoudige mishandeling.
Geen straf of maatregel
Omdat de verdachte politieagent geen strafbaar feit heeft gepleegd, legt de rechtbank hem geen straf of maatregel op. Om die reden kan de rechtbank ook geen oordeel geven over de gevorderde schadevergoeding van de aangehouden man.