In het kader van het onderzoek zijn getuigen gehoord en deskundigen geraadpleegd. Volgens de door het OM geraadpleegde medisch deskundige is er bij het overlijden van het kindje sprake van wiegendood. Om wiegendood te voorkomen speelt onder andere de wijze waarop een kindje in bed wordt gelegd, de veiligheid bij het slapen, een rol. Op dit vlak is er geen sprake geweest van grove onachtzaamheid bij het kinderdagverblijf. Daarom zal er niet strafrechtelijk vervolgd worden.
Hoewel er geen strafrechtelijke vervolging komt, is het OM van mening dat de bevindingen van het onderzoek mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan het beperken van de risico’s op een dergelijk triest overlijden in de toekomst. Daarom heeft het OM een gesprek gevoerd met de koepelorganisatie van het kinderdagverblijf. Met het doel om risico’s in de toekomst te beperken, zijn er inmiddels richtlijnen ten aanzien van veilig slapen aangepast.
Daarnaast zal het Openbaar Ministerie de bevindingen van het strafrechtelijk onderzoek – voor zover mogelijk – delen met de gemeente Arnhem. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht door de GGD op kinderdagverblijven en gaf de GGD in maart opdracht tot een inspectie bij De Toverburcht. Deze inspectie van de GGD richtte zich op de vraag of het kinderdagverblijf voldeed aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. De GGD deed geen onderzoek naar de toedracht van het overlijden.
Het overlijden van het kindje heeft grote impact gehad, niet alleen op de ouders en familie van het kindje, maar ook op andere ouders en de medewerkers en directie van het kinderdagverblijf. De ouders hebben in een gesprek met de officier van justitie uitleg gekregen over de beslissing om niet te vervolgen.