ARNHEM - Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag in hoger beroep beslist op een vordering tot omzetting van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) in de maatregel terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: tbs met dwangverpleging).

Procesverloop

Op 24 november 2017 veroordeelde de rechtbank Midden-Nederland de destijds 14-jarige Brian N. voor het verkrachten en doden van de destijds eveneens 14-jarige Romy. De rechtbank veroordeelde Brian N. tot een voor deze leeftijdscategorie maximale jeugddetentie voor de duur van 12 maanden en legde daarnaast een PIJ-maatregel op (in de samenleving ook wel jeugd-tbs genoemd).

Op 19 mei 2024 heeft de PIJ-maatregel zes jaren geduurd en is de maximale termijn van het onvoorwaardelijke deel van de PIJ-maatregel bereikt. Op dat moment zou de PIJ-maatregel voorwaardelijk eindigen. Kort daarvoor, op 9 april 2024, diende het Openbaar Ministerie (OM) een vordering in tot omzetting van de PIJ-maatregel in tbs met dwangverpleging.

Beslissing rechtbank

Op 7 mei 2024 heeft de rechtbank Midden-Nederland beslist op de vordering van het OM en de PIJ-maatregel omgezet in tbs met dwangverpleging. Tegen deze beslissing heeft de jeugdige beroep ingesteld.

Het oordeel van het hof in beroep

Het hof heeft vastgesteld dat aan de formele voorwaarden voor omzetting van de PIJ-maatregel in tbs is voldaan. Verder heeft het hof geoordeeld dat er voldoende concrete, duidelijke en genoegzame aanwijzingen zijn dat van de jeugdige een zodanig ernstig gevaar uitgaat dat dit omzetting van de PIJ-maatregel in een tbs met dwangverpleging rechtvaardigt. Het hof heeft de vordering tot omzetting daarom toegewezen.

Wel heeft het hof de aanvangstermijn van de terbeschikkingstelling bepaald op één jaar (in plaats van twee) om een vinger aan de pols te houden met betrekking tot het lopende behandeltraject waarvan het hof het wenselijk vindt dat dit wordt voortgezet.