VOORTHUIZEN - Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeelt een 40-jarige man tot een gevangenisstraf van 11,5 jaar voor het doden van zijn vriendin en voor het dagenlang verborgen houden van haar lichaam in een auto op een achterafgelegen plek op een parkeerterrein bij een hotel.


Ruzie in chalet

In de nacht van 28 op 29 september 2021 krijgt de man in zijn chalet in Voorthuizen ruzie met zijn 34-jarige vriendin. Verdachte heeft verklaard dat de vrouw daarbij agressief was en dat zij een mes pakte en hem daarmee aanviel. Verdachte heeft verklaard dat hij het mes uit haar hand heeft geslagen, haar vervolgens heeft neergeslagen, bovenop haar is gaan zitten, haar bij de keel heeft vastgepakt (om haar rustig te houden) en deze heeft dichtgedrukt totdat het slachtoffer niet meer bewoog. Daarna heeft hij haar lichaam naar haar auto gesleept, haar op de achterbank gezet en is met die auto naar de parkeerplaats van hotel De Witte Bergen in Eemnes gereden.


Parkeerplaats

Negen dagen later, op 8 oktober 2021, is het levenloze lichaam van het slachtoffer aangetroffen in de auto op de parkeerplaats. Het slachtoffer was met geweld om het leven gebracht. Haar lichaam lag in een afgesloten auto, bedekt met spullen – waaronder een dekbed en deurmatten – en was daardoor van buitenaf niet zichtbaar.


Hof komt anders dan rechtbank wel tot doodslag

De rechtbank had de man vrijgesproken van moord en doodslag en vond bewezen dat verdachte het slachtoffer heeft mishandeld met haar dood tot gevolg. Volgens de rechtbank was er namelijk geen sprake van voorbedachten rade (nodig voor moord) of opzet (nodig voor doodslag).


In hoger beroep komt het hof tot een andere beslissing dan de rechtbank. Het hof vindt wettig en overtuigend bewezen dat wel degelijk sprake is van doodslag. Verdachte heeft zelf verklaard dat hij met één hand de keel heeft dichtgeknepen en met zijn andere arm nog extra kracht heeft gezet op die hand totdat het slachtoffer rustig werd en niet meer bewoog. Het letsel van het slachtoffer past daar ook bij. Iedereen weet dat het reëel en niet onwaarschijnlijk is dat je op die manier iemand kunt doden. Het risico dat het slachtoffer ook inderdaad zou sterven heeft de verdachte bewust genomen, dat blijkt wel uit het feit dat hij bovenop haar zat en met zijn arm nog extra kracht heeft gezet op de hand waarmee hij haar keel dichtkneep. De verklaring van verdachte dat hij dacht dat ze alleen bewusteloos was en hij met haar naar het hotel is gereden om met haar te praten is volgens het hof onwaar. Dat past namelijk niet bij de wijze waarop hij het lichaam van het slachtoffer naar de auto heeft gesleept en hoe zij in de auto is aangetroffen, namelijk ondersteboven op haar buik op de achterbank met de benen tegen de rugleuning en haar hoofd op de grond achter een van de voorstoelen, afgedekt met allerlei spullen. Dat gedrag past veel meer bij iemand die zojuist iemand om het leven heeft gebracht en dat ook weet en het lichaam wil verbergen.

Hof acht anders dan rechtbank noodweer niet aannemelijk

Verdachte heeft een beroep gedaan op noodweer. Hij zou in die fatale nacht hebben gehandeld uit zelfverdediging. Het slachtoffer was agressief en zou hem zijn aangevallen met een mes. Hij heeft het mes uit haar handen geslagen, maar ze bleef agressief waarna hij haar een vuistslag gaf tegen haar neus. Vervolgens is verdachte op haar gaan zitten en heeft hij haar keel dichtgeknepen. De rechtbank had geoordeeld dat de verklaringen van de man over die aanval aannemelijk zijn en dat noodweer aannemelijk geworden is.

Het hof komt tot een andere beslissing dan de rechtbank. Het hof concludeert dat verdachte diverse tegenstrijdige, ongeloofwaardige en aantoonbaar onjuiste verklaringen heeft afgelegd. Verdachte heeft verschillende verklaringen afgelegd over het mes waarmee hij aangevallen zou zijn en over hoe het slachtoffer het mes vasthield toen zij hem aanviel. Bovendien is het mes waarmee verdachte zegt te zijn aangevallen, niet gevonden. Ook is een T-shirt van verdachte, dat het slachtoffer in haar aanval kapot zou hebben gemaakt, niet gevonden. Verdachte heeft verder verklaard dat hij geen bloed heeft gezien, terwijl er juist heel veel bloedsporen van het slachtoffer zijn aangetroffen in het chalet, en op goederen waarmee hij haar lichaam in de auto heeft bedekt, waaronder het dekbed. Deze bloedsporen kunnen alleen maar zijn ontstaan bij het geweld in het chalet dat de verdachte tegen (de neus van) het slachtoffer heeft uitgeoefend of het opruimen van de gevolgen daarvan. Er is sprake geweest van zoveel bloedverlies dat het niet geloofwaardig is dat verdachte geen bloed heeft gezien. Daar komt bij dat verdachte in strijd met de waarheid heeft verklaard over het verslepen van het lichaam en het verbergen daarvan in de auto. Tot slot is ook van belang dat in het dossier verschillende andere motieven dan noodweer naar voren komen als motief voor de doodslag. Het hof vindt de verklaringen van verdachte, die erop neerkomen dat het slachtoffer hem aanviel met een mes, dan ook niet aannemelijk.


Ten overvloede heeft het hof ook nog overwogen, dat zelfs als ervan uit zou worden gegaan dat het slachtoffer verdachte met een mes heeft aangevallen, deze noodweersituatie is geëindigd op het moment dat verdachte het mes uit de handen van het slachtoffer had geslagen en zeker nadat hij haar met een gerichte vuistslag in haar gezicht tegen de grond had geslagen. Nadat verdachte ook nog boven op haar was gaan zitten, had hij voldoende fysiek overwicht – verdachte was 120 kilo en het slachtoffer 70 kilo – om zich te verdedigen tegen voortdurend slaan, schoppen of krabben door het slachtoffer. Uit niets blijkt dat het toen nog nodig was om het slachtoffer te wurgen.


Het hof verwerpt het beroep op noodweer.

Lange gevangenisstraf, gevangenneming en schadevergoedingen

Verdachte heeft niet alleen het slachtoffer het leven ontnomen, maar ook haar nabestaanden groot leed toegebracht. Dit is nog verergerd doordat hij haar levenloze lichaam dagenlang op een zeer respectloze wijze verborgen heeft gehouden. Hierdoor zijn de nabestaanden niet alleen lang in onzekerheid gebleven, maar is hen ook de mogelijkheid ontnomen om op een waardige wijze afscheid van haar te nemen. Dit heeft hen extra verdriet gedaan.


Het hof legt verdachte voor de doodslag en het verbergen en wegvoeren van het lichaam een langdurige gevangenisstraf van 11,5 jaar op. Het hof heeft ook bevolen de verdachte gevangen te nemen.

Ook zijn schadevergoedingen toegekend aan de nabestaanden van het slachtoffer.