De man en de vrouw kregen in de nacht van 1 september 2023 een lift naar huis van het slachtoffer. Onderweg naar Arnhem beroofde de man het slachtoffer van zijn vrijheid. De man dwong het slachtoffer om zijn pinpas en pincode af te geven en pakte de telefoon van het slachtoffer af. Het slachtoffer moest vervolgens onder bedreiging instructies van de man opvolgen. De man had daarbij geen oog voor de belangen van het slachtoffer en dacht uitsluitend aan het geld dat hij het slachtoffer afhandig zou kunnen maken om zijn verslaving aan cocaïne te kunnen bekostigen. De vrijheidsberoving eindigde toen het slachtoffer gelegenheid zag om te vluchten.
De vrouw was bij de vrijheidsberoving aanwezig en liet tijdens die vrijheidsberoving na hulpdiensten te waarschuwen, terwijl dat volgens van de rechtbank wel van de vrouw gevergd kon worden en zij daartoe ook de gelegenheid had. Door dat nalaten is het aan de schuld van de vrouw te wijten dat de vrijheidsberoving heeft kunnen voortduren. De vrouw maakte zich daarnaast schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal in vereniging van geld van het slachtoffer. Nadat de man het slachtoffer dwong tot afgifte van zijn pinpas boekte de vrouw op de mobiele telefoon van het slachtoffer een groot geldbedrag over van zijn spaarrekening naar zijn betaalrekening. De man probeerde vervolgens om dat geld te pinnen van die betaalrekening, wat uiteindelijk niet is gelukt.
Diefstal tankshop
De rechtbank veroordeelt de man verder voor diefstal van goederen uit een tankshop diezelfde nacht. De rechtbank spreekt de vrouw vrij van dit feit. Het staat vast dat de vrouw op 1 september 2023 bij de tankshop is geweest toen de man daar ook was. Alleen haar aanwezigheid maakt niet dat zij ook medeplichtig is geweest aan de inbraak door de man.
Straf
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 22 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk voor de man. Hij zou daarnaast geen contact mogen opnemen met het slachtoffer. Voor de vrouw eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van 240 dagen, waarvan 193 dagen voorwaardelijk. Daarnaast vorderde de officier van justitie dat aan de voorwaardelijke gevangenisstraf bijzondere voorwaarden worden gekoppeld zoals geadviseerd in de rapportages van de reclassering. Ook eiste de officier van justitie een taakstraf voor de duur van 120 uur. De rechtbank vindt dat de vrouw niet terug naar de gevangenis hoeft. De vrouw staat onder reclasseringstoezicht en de rechtbank wil de behandeling niet doorkruisen. De rechtbank legt daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op die gelijk is aan de duur van de voorlopige hechtenis. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf worden bijzondere voorwaarden gekoppeld. Ook krijgt de vrouw een taakstraf van 40 uren. Dit is minder dan door de officier van justitie geëist. De rechtbank komt tot een andere bewezenverklaring en vindt mede gelet op rapportages over de persoonlijke omstandigheden van de vrouw een kortere taakstraf passend en geboden.
De man krijgt een gevangenisstraf van 18 maanden. Ook dit is lager dan de officier van justitie eiste. De rechtbank vindt het niet bewezen dat de man de feiten samen met iemand anders pleegde en legt daarom een lagere gevangenisstraf op. De rechtbank ziet in het advies van de reclassering reden om niet een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
De rechtbank legt bij zowel de man als vrouw geen contactverbod met het slachtoffer op. Zij en het slachtoffer wonen niet in dezelfde plaats en hebben geen gedeeld sociaal netwerk. De man en vrouw verklaarden geen enkel contact met het slachtoffer te zullen zoeken.
Tenuitvoerlegging van eerdere straffen
De man en de vrouw liepen allebei in een proeftijd. Omdat de man een nieuw strafbaar feit heeft gepleegd en zich niet aan de bijzondere voorwaarden heeft gehouden, moet de man een eerder opgelegde gevangenisstraf van 339 dagen uitzitten. De vrouw moet een taakstraf van 120 uren verrichten in plaats van een eerder opgelegde gevangenisstraf.
Schadevergoeding
Tot slot moeten de man en de vrouw samen het slachtoffer 854,66 euro voor gederfd inkomen en benzinekosten betalen. De man moet daarnaast 100 euro betalen voor een gestolen telefoon. Ook krijgt het slachtoffer smartengeld. De vrouw moet 750 euro betalen en de man moet 1.500 euro betalen aan het slachtoffer.