Op 4 december 2022 bracht de man zijn 20 weken zwangere vriendin met meerdere messteken in haar borst en buik om het leven. De vermoedelijke aanleiding hiervan was een hoog opgelopen ruzie aan het begin van de middag. De politie hield de man aan en hij verklaarde de volgende dag dat hij het slachtoffer had neergestoken. De rechtbank vindt op basis van onder andere deze bekentenis bewezen dat de man het slachtoffer opzettelijk van het leven heeft beroofd.
Onherstelbaar leed en verdriet voor nabestaanden
De man is schuldig aan doodslag. Dit is 1 van de ernstigste misdrijven, omdat inbreuk wordt gemaakt op het meest fundamentele recht, namelijk het recht op leven. In hun slachtofferverklaring brachten de ouders en de zus van het slachtoffer naar voren hoeveel verdriet zij hebben. Niet alleen door het verlies van hun dochter en zus, maar ook doordat zij hun kleinkindje/nichtje nooit zullen kennen. Om die reden is zowel de dag waarop de man het slachtoffer om het leven bracht als de dag waarop zij uitgerekend was voor hen gitzwart geworden.
De rechtbank rekent dit de man zeer zwaar aan en houdt daarnaast in strafverzwarende zin rekening dat de man hierdoor niet alleen het slachtoffer van het leven beroofde, maar er ook voor zorgde dat hun kindje nooit een leven heeft gekend.
Stoornissen
Deskundigen constateerden bij de man een burn-out en een aandachtsdeficiëntie/ hyperactiviteitstoornis (ADD). Ook is sprake van dwangmatige persoonlijkheidstrekken die gepaard gaan met rigiditeit en controledwang. De man kan door zijn ADD minder goed complexe situaties overzien. Zijn burn-out maakte dit nog lastiger en zorgde daarnaast voor uitputting en overprikkeling. Deze stoornissen waren volgens deskundigen aanwezig op het moment dat hij zijn vriendin doodde.
Enigszins verminderd toerekenbaar
De man leed zowel voorafgaand als tijdens de steekpartij aan deze stoornissen en aan dwangmatige persoonlijkheidstrekken. Dit droeg niet alleen bij aan het ontstaan van ruzies tussen de man en het slachtoffer, maar ook aan het steeds hoger oplopen daarvan. Nu de hoogopgelopen ruzie leidde tot het toepassen van dodelijk geweld, kan de doodslag niet los worden gezien van de stoornissen bij de man.
Hoewel de precieze doorwerking door de deskundigen niet kan worden geduid, vindt de rechtbank het wel aannemelijk dat de stoornissen op zijn minst enige invloed hadden op het toepassen van dodelijk geweld. Om deze reden oordeelt de rechtbank dat het feit enigszins verminderd toegerekend kan worden aan de man.
Gevangenisstraf en gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank legt een gevangenisstraf van 12 jaar op aan de man. Deze straf is lager dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank rekening houdt met de enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid van de man en het feit dat de rechtbank ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel aan hem oplegt. De deskundigen geven aan dat het recidiverisico op ruzies in intieme relaties hoog is, waarbij het risico bestaat dat de man opnieuw geweld gebruikt. Daarom legt de rechtbank een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op. De oplegging van deze maatregel is in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen.
Schadevergoeding
Tot slot moet de man een schadevergoeding betalen aan de ouders en de zus van het slachtoffer.