ARNHEM - “Het dossier ademt een sfeer van een crimineel milieu waar intimidatie, geweld en eigenrichting de koers bepalen. Waar vuisten en een wapen worden gebruikt om de boodschap kracht bij te zetten.’’ Met deze woorden motiveerde de officier van justitie vandaag voor de rechtbank in Arnhem de strafeis van 2 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegen drie verdachten, die terecht stonden voor een poging afpersing.
Op 13 januari 2021 vallen twee mannen een woning aan de Schimmelpenninckstraat in Arnhem binnen. De bewoner krijgt klappen, wordt bedreigd en krijgt de boodschap mee dat hij geld moet betalen. Ook wordt een gouden ketting van hem afgepakt. Eén van de mannen trekt daarbij een wapen en er wordt geschoten.
Het Openbaar Ministerie acht bewezen dat een 51-jarige man uit Arnhem de opdrachtgever is geweest van deze brute daad. Het slachtoffer denkt zelf dat er sprake was van een wraakactie, omdat hij tegenover de politie verklaringen had afgelegd over de betrokkenheid van de 51-jarige bij drugscriminaliteit.
Uit het dossier blijkt volgens de officier van justitie dat een 30-jarige man uit Arnhem en een 31-jarige man uit Leiden erop uit zijn gestuurd om ‘het vuile werk te doen.’ Het verhaal van de aangever is consistent en geloofwaardig, daarnaast hebben de verdachten tal van sporen achtergelaten. Zo is er van de 31-jarige man DNA gevonden in de woning en stond er in de telefoons van verdachten veel communicatie die terug te leiden was tot de gebeurtenissen op 13 januari 2021.
De eerste poging van het tweetal om de bewoner van het pand aan de Schimmelpenninckstraat 10.000 euro te laten betalen, mislukt. De bewoner weet de mannen het huis uit te werken, maar ze keren, nadat ze buiten de woning overlegd hebben met de 51- jarige man, terug. Bij het tweede gesprek sluit de 51-jarige verdachte telefonisch aan. Als het slachtoffer niet ingaat op de eis, wordt het wapen getrokken en wordt geweld gebruikt.
Het OM vindt bewezen dat de 31-jarige man het wapen bij zich had en hiermee heeft gedreigd. De 30-jarige man zou tijdens een worsteling de gouden ketting van de hals van het slachtoffer hebben getrokken en meegenomen. Omdat er vooraf geen afspraken waren gemaakt over het wegnemen van waardevolle goederen, kan de diefstal van de ketting niet aan de 30-jarige en de 51-jarige man worden toegerekend.
Wel zijn de drie verdachten in gelijke mate verantwoordelijk voor de poging tot afpersing. Er is immers sprake van nauwe en bewuste samenwerking, voorafgaand, tijdens en na het delict.
Van de eis moet een duidelijk signaal uitgaan, zo betoogde de officier van justitie: ‘’Verdachten die zich niets van de wet aantrekken, geen enkel respect hebben voor de regels en voor eigen rechter spelen. Dit gedrag heeft niet alleen een enorme impact op het slachtoffer, maar het versterkt ook de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.’’ De officier noemde het onbevredigend en veelzeggend dat de verdachten geen verantwoordelijkheid nemen voor hun handelen, maar zwijgen of het slachtoffer als agressor aanwijzen. ‘’Geen greintje empathie’’, aldus de officier en daarom zijn er geen verzachtende omstandigheden waarmee het OM rekening dient te houden bij de eis. Alles afwegende vindt de officier van justitie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaar voor alle drie de verdachten op zijn plaats.