ARNHEM - De officier van justitie heeft vandaag voor de rechtbank in Arnhem tbs met voorwaarden geëist tegen een 38-jarige man. Een behandeling binnen het kader van tbs wordt door het OM gezien als passende maatregel voor de man, die afgelopen twintig jaar al dertig keer schuldig werd bevonden aan bedreiging. Vandaag stond hij terecht voor twee nieuwe bedreigingen en voor belediging van twee politieagenten.
Op 5 januari van dit jaar belde de man met de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht en uitte tijdens dit gesprek bedreigingen aan het adres van een reclasseringsmedewerker. Op 16 januari belde hij naar de gemeente Arnhem. In dat telefoongesprek zei hij dat hij met explosieven op weg was naar Arnhem, ‘om de stad een lesje te leren.’ Deze bedreiging vond plaats drie dagen na de demonstratie van Pegida in Arnhem, waarbij een poging werd gedaan om een koran te verbranden. Deze demonstratie en een tegendemonstratie leidden tot ongeregeldheden. Gelet op deze context is het volgens het OM aannemelijk dat het telefoontje daadwerkelijk de vrees voor een aanslag heeft aangewakkerd. Deze bedreiging, gericht aan de burgemeester, de medewerkers van de gemeente en de inwoners van Arnhem, is ten laste gelegd als dreiging met een terroristisch misdrijf.
‘’Burgemeesters en stadsbestuurders doen hun werk in moeilijke en hevige tijden. Zij hebben een weg te vinden te midden van polarisatie, spanningen tussen bevolkingsgroepen en grote veiligheidsrisico’s. Het laatste waar zij hun tijd en energie aan zouden moeten verspillen, zijn bedreigingen zoals deze’’, aldus de officier van justitie in zijn requisitoir. ‘’Ook als de bedreigingen loos blijken, kunnen ze nog wel een enorme impact hebben op de betrokken personen. De burgemeester, maar ook andere personen in de organisatie van de gemeente Arnhem hebben wat verdachte heeft geroepen, als heel angstig ervaren. Dat is zeer voorstelbaar.’’
De man werd op 16 januari aangehouden, en beledigde een dag later twee politieagenten. Hij heeft 16 dagen in voorlopige hechtenis gezeten. De man zit momenteel ook in een zogenaamd ISD traject voor stelselmatige daders. Tijdens de strafzaak ging daarom veel aandacht uit naar de vraag wat de meest passende interventie is.
Gezien het strafrechtelijk verleden van de verdachte en de stoornissen die deskundigen bij hem hebben vastgesteld, lijkt het opleggen van gevangenisstraf zonder behandeling niet aangewezen: ‘’We weten eigenlijk één ding zeker, dan komt verdachte sowieso weer terug in de rechtbank en erger: dan wordt de samenleving opnieuw bloot gesteld aan iemand die mensen en instanties blijft bedreigen. Afstraffen, zonder behandeling, heeft tot nu toe in zijn leven niet geholpen om recidive te voorkomen’’, aldus de officier van justitie. Hij eiste een gevangenisstraf van 16 dagen, gelijk aan de tijd die de man in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Daarnaast vindt het OM oplegging van de maatregel tbs met voorwaarden het meest passend. In het kader van het lopende ISD traject is al een behandeling in gang gezet. Via een tbs met voorwaarden kan na afloop van het ISD traject de behandeling van verdachte, indien nodig binnen een kliniek, worden voortgezet.