WAGENINGEN - De rechtbank veroordeelt 2 mannen en een vrouw uit Wageningen voor het samen plegen van een poging tot doodslag. De rechtbank veroordeelt een 31-jarige man ook voor handel in harddrugs. Hij krijgt een celstraf van 54 maanden. Een 21-jarige vrouw krijgt een gevangenisstraf van 550 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk, terwijl een 30-jarige man veroordeeld wordt tot een celstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk.
De 2 mannen en de vrouw gingen op 12 september 2020 samen naar de woning van het slachtoffer in Wageningen. Ze gooiden stenen naar de voordeur van het slachtoffer en riepen dat hij zijn woning uit moest komen. Ook riepen ze: 'ik maak je dood' of 'je gaat eraan'. De rechtbank vindt dat zij daardoor gericht de confrontatie zijn gaan opzoeken met het slachtoffer. Vervolgens ontstond er op straat een vechtpartij. Daarbij gebruikten zowel de 2 mannen als de vrouw geweld richting het slachtoffer dat bestond uit trekken, schoppen en slaan. Ook stak de 31-jarige man het slachtoffer meerdere keren met een mes. De vrouw sloeg het slachtoffer meerdere keren met een broodplank. Ze lieten het slachtoffer bloedend achter met de woorden: 'Ik pak jou nog'. Het slachtoffer liep meerdere steek- of snijwonden op aan zijn benen, handen en nek. Hij verloor hierdoor veel bloed en moest met spoed geopereerd worden. Adequaat en tijdig medisch ingrijpen voorkwam een dodelijke afloop. Het opgelopen letsel is volgens de rechtbank daarom potentieel dodelijk letsel. De rechtbank vindt dat de mannen en de vrouw samen hebben geprobeerd om het slachtoffer te doden.
Dealen in harddrugs
De rechtbank vindt daarnaast bewezen dat de 31-jarige man in 2019 in een periode van bijna 5 weken heeft gedeald in cocaïne.
Gevangenisstraffen en bijzondere voorwaarden
De rechtbank legt aan de 31-jarige man een kale gevangenisstraf van 54 maanden op. Hij werkte niet mee aan een deskundigenonderzoek. De rechtbank kon daarom geen rekening houden met eventuele persoonlijke omstandigheden.
De 21-jarige vrouw is volgens de rechtbank verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank legt haar -mede daarom- een gevangenisstraf van 550 dagen op, waarvan 360 dagen voorwaardelijk. Voor het voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van 3 jaar. Tijdens deze proeftijd onder meer ambulant laten behandelen voor de bij haar geconstateerde stoornissen. Ook is haar een contactverbod met het slachtoffer opgelegd.
De rechtbank legt aan de 30-jarige man een gevangenisstraf van 18 maanden op, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Ook hij moet zich ambulant laten behandelen en hij moet meewerken aan een verblijf bij een RIBW-instelling (begeleid wonen) tijdens zijn proeftijd. De straffen van de 21-jarige vrouw en de 30-jarige man zijn lager dan de straf van de 31-jarige man, omdat zij volgens de rechtbank niet het ernstige letsel hebben veroorzaakt.
Schadevergoeding
Tot slot moet het drietal ruim 22 duizend euro aan schadevergoedingen aan het slachtoffer betalen. Dit bedrag bestaat voor 20 duizend euro uit smartengeld.