ARNHEM - De rechtbank veroordeelt een 28-jarige man en een 29-jarige Rotterdammer voor het samen plegen van een ripdeal en poging tot doodslag. De 28-jarige man krijgt een celstraf van 8 jaar, terwijl de man uit Rotterdam 7 jaar celstraf krijgt opgelegd.

De mannen reisden op 25 februari 2019 samen af naar Arnhem en gingen een woning binnen met 2 vuurwapens. Ze bekeken in de woning de aan hen aangeboden cocaïne. Het duo pakte vervolgens allebei een vuurwapen en richtte deze op het slachtoffer en een andere aanwezige persoon, die de woning op enig moment wist te verlaten. Zij maakten deze vuurwapens schietklaar door de wapens door te laden. De 29-jarige man greep 1 van de personen bij de keel en riep doodsbedreigingen. Toen het slachtoffer zich afweerde ging het vuurwapen van de Rotterdammer af. Doordat het slachtoffer zich bleef afweren viel de patroonhouder uit het wapen. Er ontstond een worsteling tussen het slachtoffer en de Rotterdammer. De 28-jarige man vuurde vervolgens meerdere kogels af met zijn vuurwapen waarbij het slachtoffer meerdere keren in zijn bovenbeen is geraakt. De 28-jarige man verliet de woning. Nadat de 29-jarige man uit de worsteling met het slachtoffer loskwam, verliet ook hij de woning terwijl hij het slachtoffer hulpeloos achterliet.

Medeplegen poging doodslag
Volgens de rechtbank is sprake is geweest van een van tevoren door het duo gemaakt plan, waarbij zij beiden hun wapen zouden trekken en zo nodig zouden gebruiken om op personen te schieten. De rechtbank oordeelt dat niet anders geconcludeerd kan worden dan dat de 28-jarige man daarop ook opzet had. Volgens de rechtbank is er sprake van een nauwe en bewuste samenwerking, waardoor wettig en overtuigend bewezen kan worden dat het duo zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging om het slachtoffer opzettelijk van het leven te beroven. Dit deden zij door samen - en in het bezit van vuurwapens - naar het slachtoffer toe te gaan en meerdere malen op hem te schieten.

Diefstal met geweld
Het slachtoffer liet het duo naar de woning in Arnhem komen om een kilo cocaïne aan hen te verkopen. De verkoop vond echter niet plaats. De Rotterdammer nam de kilo cocaïne wel mee, terwijl het slachtoffer daarvoor geen toestemming had gegeven. De rechtbank concludeert hieruit dat de cocaïne is gestolen, terwijl hieraan voorafgaand veel geweld is gebruikt. Volgens de rechtbank is daarmee wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking, waardoor er sprake is van het samen plegen van diefstal met geweld.

Impact
Het incident vond plaats op klaarlichte dag in een woonwijk en leidde tot de nodige schrik in de buurt. Het zorgt voor gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij. Mede dankzij snel en adequaat medisch ingrijpen is het slachtoffer niet aan zijn verwondingen overleden. Uit de slachtofferverklaring blijkt dat het incident veel impact op het slachtoffer heeft gehad en nog steeds heeft.

Straf gelijk aan eis
De straffen die de rechtbank oplegt zijn gelijk aan de eis van de officier van justitie. Beide mannen maakten zich in het verleden ook schuldig aan strafbare feiten. Dit heeft het duo er niet van weerhouden om zich opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken. Omdat de 28-jarige man nog in zijn proeftijd loopt, moet hij een eerder opgelegde voorwaardelijke celstraf van 8 maanden alsnog uitzitten.

Schadevergoeding

Tot slot moeten de mannen een schadevergoeding van 5 duizend euro aan het slachtoffer betalen.