EDE - De rechtbank veroordeelt een 39-jarige man en een 24-jarige vrouw uit Ede voor de gijzeling en poging tot afpersing van het slachtoffer en het kort vasthouden van de zoon van het slachtoffer. Een 48-jarige man uit Ede was hieraan medeplichtig. De rechtbank veroordeelt de 39-jarige man tot een gevangenisstraf van 4 jaar. Aan de vrouw legt de rechtbank een gevangenisstraf op van 26 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Aan de 39-jarige man en de vrouw legt de rechtbank ook een contact- en locatieverbod op ten aanzien van het slachtoffer en zijn zoon. De 48-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk.
De 39-jarige man en de vrouw hebben een relatie met elkaar. Het slachtoffer werd door de vrouw onder valse voorwendselen naar de woning van de 48-jarige man in Ede gelokt. De vrouw kende het slachtoffer via haar vorige werkgever en wist dat hij mogelijk veel geld had. In de woning is het slachtoffer door de partner van de vrouw mishandeld en een aantal uren vastgehouden. Ook bedreigde hij het slachtoffer met een vuurwapen.
Poging afpersing
Aan het slachtoffer werd duidelijk gemaakt dat hij een grote som geld moest betalen. Het slachtoffer benaderde hiervoor zijn zoon. Die kwam – zonder het geld – naar de woning en werd ook korte tijd vastgehouden Het slachtoffer probeerde het geld daarna te regelen via een kennis die hij mocht bellen. De 48-jarige man liet de zoon uiteindelijk weer gaan, omdat hij er niks mee te maken had. Met een smoes kon het slachtoffer enige tijd later de politie waarschuwen, die uiteindelijk een einde aan de gijzelingssituatie maakte.
Bewijs in dossier
De rechtbank vindt bewezen dat de vrouw en haar vriend samen een plan maakten om het slachtoffer te gijzelen en af te persen. De rechtbank gaat uit van de aangiftes van het slachtoffer en zijn zoon. Die komen op cruciale punten met elkaar overeen. De aangiftes worden bovendien ondersteund door ander bewijs, zoals de camerabeelden van het portiek van het wooncomplex, de verklaring van de kennis van het slachtoffer en de uitwerking van het 112-gesprek.
Verschillende rollen
De rechtbank oordeelt dat de 39-jarige man in de woning een aansturende rol had. Hij was degene die het geweld gebruikte en het vuurwapen meebracht. Tegen deze man liep ook nog een tweede strafzaak. In die zaak vindt de rechtbank bewezen dat hij een kogelpatroon in zijn bezit had. De rechtbank legt voor beide strafzaken tezamen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op van 4 jaar.
De vrouw selecteerde het slachtoffer en lokte hem naar de woning. Zij gebruikte weliswaar geen geweld, maar speelde in de ogen van de rechtbank wel een cruciale rol bij de totstandkoming van het plan. Ook was zij in de woning aanwezig op het moment dat haar vriend geweld gebruikte. De rechtbank legt aan de vrouw een gevangenisstraf op van 26 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Het voorwaardelijke deel dient als stok achter de deur, mede gelet op de proceshouding van de vrouw die haar eigen rol enorm bagatelliseerde.
Medeplichtig
De 48-jarige man wist vooraf niet van het plan van de vrouw en haar vriend. Toen hij eenmaal op de hoogte was, hield hij zijn woning beschikbaar en bemoeide hij zich met de voorwaarden voor de deal. De rechtbank merkt hem daarom aan als medeplichtige aan de gijzeling.
Gelet op zijn beperktere rol, legt de rechtbank een gevangenisstraf op van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De rechtbank koppelt aan het voorwaardelijke deel van de straf de bijzondere voorwaarden die de reclassering eerder adviseerde, zodat de man aan zijn (verslavings)problematiek kan gaan werken.
Schadevergoeding
Tot slot moeten de mannen en de vrouw aan het slachtoffer 6.000 euro aan smartengeld betalen. Aan de zoon moeten zij 2.500 euro smartengeld betalen. De vrouw en haar partner moeten daarnaast 230 euro voor de beschadigde kleding van het slachtoffer vergoeden.