Op 20 juni 2023 komt rond elf uur ’s avonds een melding bij de politie binnen van een woningoverval aan de Morgenrood in Arnhem. Dit is de woning waar de ex-partner van het slachtoffer met hun twee kinderen woont. De 29-jarige verdachte kwam hier volgens afspraak langs om een sleutel op te halen. Plotseling stond de 32-jarige verdachte ook in de woning. Er ontstond een woordenwisseling waarbij het slachtoffer klappen heeft gehad. De verdachten namen waardevolle spullen mee. Aan de hand van onder meer de verklaring van het slachtoffer en herkenning van de auto waar verdachten die avond in reden, konden de verdachten worden aangehouden.
“Verdachten hebben het slachtoffer thuis overvallen, onder bedreiging met een vuurwapen en met fysiek geweld. Dit heeft, zoals we tijdens de zitting hebben kunnen horen, grote impact gehad op het slachtoffer en de bewoonster van de woning. Allebei zijn zij nog bezig om deze heftige gebeurtenis een plek te geven.” Met deze woorden benadrukte de officier van justitie nogmaals de ernst van de situatie.
Tijdens de rechtszitting vandaag in de rechtbank in Arnhem werden ook andere strafbare feiten behandeld waar de twee van verdacht worden. Zij bleken beiden in het bezit van drugs. De 32-jarige had bovendien meerdere vuurwapens, munitie en ook vals geld in bezit. Het soort vuurwapens en de combinatie met veelvuldig drugsgebruik en forse hoeveelheden drugsbezit, maakt volgens het OM dat er evident risico bestaat dat slachtoffers zouden vallen. Tot slot hebben verdachten ook met forse hoeveelheden drugs in hun bloed een voertuig bestuurd, met alle mogelijke gevaren die dit voor andere weggebruikers met zich meebrengt.
De officier erkende dat beide verdachten kampen met problemen met name ten aanzien van middelengebruik en het psychosociaal functioneren: ”Dat beide verdachten hulp nodig hebben is helder. In die zin volg ik de adviezen van de reclassering. Echter, de ernst van de feiten maken dat wat het Openbaar Ministerie betreft eerst nog een flink stuk vergelding moet plaatsvinden. Pas daarna kan aan preventie worden gewerkt.”