Daar stond een van de betrokkenen, een 45-jarige man uit Westervoort, terecht voor het veroorzaken van het ongeval. Tegen hem is werkstraf geëist van 120 uur, en ontzegging van zijn rijbevoegdheid gedurende een half jaar, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
De auto waarin hij zat, samen met twee inzittenden, kwam frontaal in botsing met een tegenligger, een auto met daarin een bestuurder en een inzittende. Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland (OM) verwijt de verdachte dat hij onvoldoende rechts heeft gehouden. De man zou met zijn auto op de weghelft van de tegenligger terecht zijn gekomen. Bovendien zou hij te hard hebben gereden.
De officier van justitie in haar requisitoir: “Voor het OM staat vast dat het ongeval is ontstaan door de verdachte. Hij heeft meerdere verkeersfouten gemaakt.”
Het ongeval gebeurde in een bocht van de IJsseldijk, waar met borden wordt gewaarschuwd voor een scherpe bocht en een adviessnelheid van 30 kilometer per uur wordt gegeven. In de bocht is voldoende ruimte om elkaar te passeren. Op de IJsseldijk geldt verder een snelheidslimiet van 60 kilometer per uur.
Onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft uitgewezen dat de “bots-snelheid” van de auto van de verdachte 74 kilometer per uur moet zijn geweest. De tegenligger zou rond de 42 kilometer per uur hebben gereden.
De verdachte heeft tegenover de politie aangegeven dat hij het motorgeluid aan de inzittenden wilde laten horen, dat hij iets gas had gegeven, maar dat hij daarna ook meteen weer zijn gaspedaal had losgelaten.
Zowel de twee inzittenden van de auto van verdachte als de bestuurder en de inzittende van de tegenligger liepen zwaar lichamelijk letsel op. Voor de slachtoffers zijn de gevolgen tot op de dag van vandaag bepalend in hun leven, volgens de officier van justitie.
De officier noemde het weggedrag van de verdachte onverantwoord. Naar de mening van het OM is hier sprake van “aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam” verkeersgedrag, zodat sprake is van ‘schuld’ in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet.
De officier vindt een werkstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid op zijn plaats. Niemand heeft dit ongeval gewild, maar tegelijkertijd is het leven van mensen als gevolg van het letsel dat ze hebben opgelopen, drastisch veranderd, zei ze. “Het doel van een straf voor veroorzakers van verkeersongevallen is om medeweggebruikers duidelijk te maken dat ongelukken in een klein hoekje zitten. Elke verkeersdeelnemer moet te allen tijden oplettend en voorzichtig zijn, zich aan de regels houden, en anticiperen op verkeerssituaties.”