ARNHEM - Op vrijdag 18 september herdachten we de Slag om Arnhem die 76 jaar geleden plaatsvond. Lees hier de toespraak van burgemeester Ahmed Marcouch.
Beste mensen,
Heel hartelijk welkom in de Eusebius. Ik zie de ambassadeurs van Groot-Brittannië Polen, Verenigde Staten, Canada, Duitsland, en Australië. En ik zie ook speciale gasten vanavond: de voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei Gerdi Verbeet, en Hans Goedkoop. Zij zullen vanavond ook spreken. Fijn dat u hier allen bent. And to you: our veterans, watching live on television: We miss you. Tęsknimy za wami.
Nog nooit in 76 jaar was onze herdenking van de Slag om Arnhem zo intiem als in deze coronatijd. Zoals wij hier bij elkaar zijn, zo gebeurt dit op meerdere plaatsen in onze stad, maar ook thuis. Want velen kijken mee via TV Gelderland. Wij gedenken de Nederlandse D-Day, de laatste grote invasie die voor heel Europa van grote betekenis bleek, al kostte het een bezettingsjaar extra.
Corona veroorzaakt dat wij dit jaar herdenken zonder onze geliefde veteranen met hun belangrijke boodschap: ‘never again’. Hoe dan - in deze tijd waarin corona ons in quarantaine zet, en de wereld vol conflicthaarden zit?
Verzoenen, antwoorden de joodse Nederlanders die nu thuis beginnen aan het joods nieuwjaar, met tien dagen inkeer tot Yom Kippoer als grote verzoendag. Verzoening brengt ‘Altijd weer’ naar ‘Nooit meer’. Wie wrok koestert, wil toch nog winnen en zoekt het gevecht. Zoals Duitsland na Versailles. De juridische verzoening blijkt niet genoeg. Waar te beginnen? Bij de woorden!
‘Aan geweld gaat het woord vooraf,’ zei een wijze bondskanselier Angela Merkel. Ik dacht eraan bij die lelijke brief in onze brievenbussen, vol vuil tegen de komst van een nieuwe moskee. Een verbitterd hart spuwt woorden als gif. Hoe kunnen wij ons verweren? De Duitse president Frank-Walter Steinmeier had een mooi antwoord, in mei bij de herdenking van de Tweede Wereldoorlog. ‘Nooit meer’ betekent ‘nooit meer alléén’ zei hij in Berlijn: ‘Dat is de waarde van de Europese Unie’. Want: verzoenen komt van twee kanten: niet elkaar bevechten, maar samenwerken, voor vrede.
Beste mensen,
in deze Eusebiuskerk kwamen exact 76 jaar geleden Arnhemmers bij elkaar, verenigd in grote zorgen en met een hang naar hoop. De kerkgangers hoorden vliegtuigen in de verte. En in een moment van klein verzet, maar grote moed begint de organist het Wilhelmus te spelen en de kerkgangers zingen voluit mee. In één van de vliegtuigen, zit twintiger Wilf Oldham. Onze sir Wilf. Bedoeld om de held te worden die Nederland kwam bevrijden. Het liep anders. Wilf Oldham overleefde de Slag om Arnhem en schaamde zich zo diep dat het jaren duurde voor hij terug kwam en groots verrast werd met de dankbaarheid die zo eigen is aan Arnhem. Dat heeft Arnhem erboven geholpen – incasseren, de goede bedoelingen erkennen en de schouders onder de wederopbouw.
Naast bijna tweeduizend geallieerde militairen stierven ook bijna duizend Arnhemmers. De vluchtverhalen staan bij alle evacuees op hun netvlies. Bijna honderdduizend Arnhemmers overleefden in schuurtjes, op zolders of in kippenhokken buiten de stad. ‘Ballingschap’, noemde de Firma Pollman dit in de brief aan de clientèle van hun serviezenwinkel. Terug in Arnhem vonden zij leeggeplunderde ruïnes, moeder kon met de kleintjes terugkomen nadat de jacht op dakpannen was geslaagd. Vernietigen gebeurt in een week, maar de stad herscheppen duurt een mensenleven. Arnhemmers hebben een fenomenaal doorzettingsvermogen.
Beste mensen,
Wilf Oldham, de Britse militair die 76 jaar geleden over de kerk vloog, keek ik in zijn twinkelende ogen. En ik zei hem: 'dank u wel.' Wilf kent één goede manier om hem te bedanken: de belofte tot ‘nooit meer’, dat is de opdracht tot verzoening. Dit leert juf Marleen haar kinderen in de klas. Ik zag bij haar basisschool Het Klinket hoe kinderen zich in vijf weken de Slag eigen maken, met Airborne en Market Garden. Zij hebben geluisterd, hun ogen de kost gegeven en zijn aan de slag gegaan. Het resultaat kan zó het museum Airborne at the Bridge in.
Ik zie de belangstelling groeien onder Arnhemse jongeren. Ook vanavond zijn ze present. Zij willen weten wat hun voorouders beleefd hebben en stellen onbekommerd alsnog de zware vragen waar hun ouders of grootouders niet aan toe kwamen, toen zij midden in de herstelperiode de oudste generatie met rust wilden laten. Op elke school horen kinderen te leren hoe verzoenen gaat. Conflicten herkennen en bemiddelen tussen de aanstichters zoals bij de Vreedzame school met de methode voor democratisch burgerschap. Zo bedanken wij Wilf en de andere helden van De Slag. Zo bewaren wij onze vrede en vrijheid, juist wij in Arnhem, als nazaten van de oorlogsgeneratie die de stad uit moest. Wij gaan van ‘altijd weer’ naar ‘nooit meer’. Niet alleen voor onszelf – voor alle Arnhemmers, alle Nederlanders, alle Europeanen, alle mensen. Daar ligt onze toekomst.