ARNHEM - De rechtbank wijst de vordering van Stadion Arnhem BV om inzage of afgifte van een aantal documenten van Vitesse af.
Stadion Arnhem heeft om deze stukken gevraagd vooruitlopend op een verweer dat zij wil voeren tegen een vordering van Vitesse om ook na oktober 2023 te mogen blijven spelen in het GelreDome.
Vitesse en Stadion Arnhem BV verkeren al langere tijd in onmin. Belangrijk punt in deze onenigheid is de hoogte van de stadionhuur, die in de ogen van de voetbalclub veel te hoog is. Daarom zegde de club enige tijd geleden de huur op per 1 oktober 2023. Vitesse stelt dat zij ondanks deze huuropzegging ook na 1 oktober 2023 het recht heeft om het GelreDome te mogen gebruiken. Deze aanspraak baseert zij op een eeuwigdurend speelrecht dat destijds bij de bouw van het stadion aan haar is verleend met tussenkomst van de gemeente Arnhem. Stadion Arnhem stelt dat dit speelrecht niet meer bestaat. Stadion Arnhem wil – op grond van artikel 843a Rechtsvordering – dat Vitesse een aantal documenten aan haar afgeeft om deze stelling te onderbouwen in een gerechtelijke procedure die Vitesse is begonnen om ook na 1 oktober 2023 het GelreDome te mogen gebruiken.
Standpunt Vitesse
Volgens Vitesse zijn er een aantal door Stadion Arnhem gevorderde stukken niet relevant voor de beoordeling van de vorderingen van Vitesse in de hoofdzaak. Daarnaast zijn de gevorderde documenten voor een deel onvoldoende specifiek omschreven en hierdoor onvoldoende bepaald om toe te wijzen. Bovendien beschikt Vitesse zelf niet over een deel van de stukken en ook niet over zou kunnen beschikken, waardoor zij deze stukken ook niet kan afstaan.
Vorderingen afgewezen
De rechtbank volgt het verweer van Vitesse. Volgens de rechtbank heeft Stadion Arnhem met de ingebrachte dossierstukken en tijdens de zitting onvoldoende onderbouwd waarom zij de stukken van Vitesse zouden moeten krijgen. Daardoor is niet voldaan aan één van de voorwaarden van artikel 843a lid 1 Rechtsvordering.